woensdag 15 mei 2019

Werken op 26 mei, de dag van de verkiezingen. Wat nu?

Stemplicht
Als een werknemer moet werken op de dag van de verkiezingen, beschikt hij over de volgende mogelijkheden:

Zelf gaan stemmen
De wet voorziet dat de werkgever verplicht is om de werknemer de nodige tijd te geven om zijn burgerlijke verplichtingen te vervullen.
De werknemer spreekt op voorhand met zijn werkgever af wat hij zal doen.
Indien de werknemer niet kan gaan stemmen vóór of na zijn arbeidsprestaties, moet hij de toestemming kunnen vragen om het werk te verlaten om zijn stemplicht te vervullen.
Ofwel neemt hij – mits akkoord van de werkgever - een ganse dag vakantie, ofwel krijgt hij voor een korte periode een toegestane afwezigheid om zijn stem te gaan uitbrengen.

Stemmen bij volmacht
Een werknemer kan stemmen bij volmacht, op voorwaarde dat zijn werkgever via een attest bevestigt dat de aanwezigheid van de werknemer op het werk vereist is.
De werknemer kan dan een volmacht geven aan elke kiesgerechtigde (een band van bloed- of aanverwantschap is hierbij niet vereist).

Zelf geen stem uitbrengen en ook geen gebruik maken van het stemmen bij volmacht
Dit is een gevoelige kwestie aangezien er een stemplicht bestaat.
De vrederechter zal – discretionair – beslissen wat al dan niet als een gerechtvaardigde afwezigheid kan worden beschouwd (en hij zal ook beslissen om de werknemer al dan niet te bestraffen).
Het is – theoretisch – mogelijk om de oproepingsbrief, samen met de nodige stukken tot rechtvaardiging (bijvoorbeeld een attest van de werkgever waarbij wordt bevestigd dat de werknemer in de onmogelijkheid is om te stemmen) persoonlijk of te laten bezorgen:
- vóór de verkiezingsdag → bij de dienst Burgerzaken van de gemeente;
- op de verkiezingsdag → bij het stembureau waar de werknemer moet stemmen;
- na de verkiezingsdag → bij de vrederechter in het kieskanton.

Maar zelfs in deze gevallen kan de rechter beslissen dat de redenen niet gerechtvaardigd zijn.

Wat met het loon?
De werknemer kan geen recht op loon inroepen voor de tijd waarop hij zijn stem gaat uitbrengen.

Zetelen in een stem- of telbureau
De werknemer die wordt opgeroepen om als voorzitter, bijzitter of secretaris te zetelen in een stem- of telbureau heeft het recht om afwezig te zijn van het werk.
De volgende bijzitters mogen – met behoud van loon - gedurende de nodige tijd afwezig zijn onder de vorm van klein verlet:
• bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen;
• bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen (met een maximum van 5 dagen).

Volgende personen genieten niet van dit voordeel. Hun afwezigheid op het werk wordt dus niet vergoed:
• de voorzitter en de secretaris van de stembureaus en de bureaus voor stemopneming;
• de bijzitters in de secundaire stembureaus en de secundaire bureaus voor stemopneming.

De nodige formulieren hiervoor kunnen afgehaald worden op de personeelsdienst.