Communie of feest van de vrijzinnige jeugd: recht op klein verlet?

April en mei zijn traditiegetrouw de maanden van de communiefeesten en de feesten van de vrijzinnige jeugd. Heb jij recht op klein verlet om de nodige voorbereidingen te kunnen treffen voor het communiefeest van jouw kind?

Wanneer een kind van de werknemer of van de echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende partner zijn plechtige communie doet, heeft de werknemer recht op één dag klein verlet met behoud van loon. Dit klein verlet geldt ook voor het feest van de vrijzinnige jeugd. Voor de eerste communie of het lentefeest bestaat er geen recht op klein verlet.

Voor de 5-ploegenarbeider, die moet werken, de dag van de plechtigheid: 1 vrije dienst de dag van de plechtigheid of de nacht vóór de plechtigheid of de eerstkomende werkdag.

Voor de 5-ploegenarbeider, die vrij is, de dag van de plechtigheid (idem 3-ploegen, 2-ploegen, dag- en onderhoudsarbeiders): de daaropvolgende werkdag.

Wanneer je gebruik wil maken van dit recht op klein verlet, dan moet je de werkgever wel op voorhand verwittigen.
Als de voorwaarden vervuld zijn, kan de werkgever de opname van het klein verlet niet verhinderen. Wel kan de werkgever vragen dat de werknemer hem een bewijs bezorgt van de gebeurtenis die recht geeft op klein verlet (bijvoorbeeld een attest van de catechese of van de organisatie van het feest van de vrijzinnige jeugd).

Wanneer de werknemer meerdere kinderen heeft die op dezelfde dag hun plechtige communie doen, dan blijft het recht op klein verlet beperkt tot één dag. Het aantal dagen klein verlet wordt bij de communie van een tweeling dus niet verdubbeld.