dinsdag 18 april 2023

Reactie op aanval op SWT (Bart Eeckhout uit 'De Morgen').

Empathie voor wie 35 jaar of langer hard gewerkt heeft, is te veel gevraagd van een politieke en opiniërende klasse van hoger opgeleiden.

Het zijn forse conclusies die het team van arbeidseconoom Stijn Baert trekt op basis van eigen onderzoek naar de effectiviteit van het SWT, het stelsel voor werkloosheid met toeslag. Dat SWT geeft mensen die 62 zijn en minstens 40 jaar gewerkt hebben (of 60 met 35 jaar dienst in een zwaar beroep) recht op een extra toeslag boven op de werkloosheidsvergoeding, maar het werkt niet, concluderen professor Baert & co. Amper 1 procent van de SWT’ers gaat ook echt weer aan de slag, en dat ligt, zo menen zij, in ruime mate aan de betrokkenen zelf: ze zijn amper nog te porren om werk te zoeken, omdat de toeslag volstaat. Afschaffen die handel, luidt de suggestie.

De werkelijkheid is toch iets meer genuanceerd. Het zeer lage cijfer van mensen met SWT-statuut die nog aan een baan raken, steekt de ogen uit, maar in vergelijking met de algemene, sterk beperkte kansen voor oudere werkzoekenden op de arbeidsmarkt, is het contrast heel wat minder schril. Dat de hervorming van het oude brugpensioen naar het huidige stelsel een maat voor niets is, klopt ook al niet, als je het ruimere plaatje bekijkt. Sinds het SWT werd ingevoerd is de groep rechthebbenden flink geslonken, van meer dan 120.000 naar minder dan 20.000 mensen. Binnen de ruimere problematiek van werkzaamheid bij vijftigplussers is dat SWT dus niet zo belangrijk meer.

De werkzaamheidsgraad bij ouderen stijgt dan wel, wat een goede zaak is, toch duikt er sinds de verstrengde hervorming van het brugpensioen tot het SWT ook een ander fenomeen op. Net als in andere landen zien we dat nu ook hier meer oudere werknemers of werkzoekenden de ziekteverzekering instromen. Wellicht zijn daar mensen bij die te vroeg vinden dat het zo wel welletjes is geweest, maar er zijn er vast ook bij die na pakweg 35 of 40 jaar zwaar werk echt fysiek of mentaal kapot zitten.

Daarom zou het nuttig zijn om te vernemen wie precies vandaag onder het SWT-statuut valt. Zijn dat mensen die na een redelijk rustige kantoorbaan uitbollen naar een vroeg pensioen, of zijn het mensen met een palmares van jarenlange zware arbeid in ploegenstelsels of met nachtdiensten? Voor die laatste groep van ‘zware beroepen’ is het SWT de enige resterende vluchtheuvel om vervroegd uit de arbeidsmarkt te stappen.

Wie roept om de afschaffing van het SWT, zoals cd&v-voorzitter Sammy Mahdi onlangs deed, moet goed weten waar en op wie hij de hakbijl laat vallen. Die empathie en dat besef is wellicht te veel gevraagd van een politieke en opiniërende klasse van uniform hoger opgeleiden. Liever dikke tranen huilen omdat studenten, ochere, naar de stembus moeten in de examenperiode dan enig mededogen te tonen met wie 35 jaar of langer hard labeur geleverd heeft.

In België loopt het verschil in gezonde levensjaren volgens opleiding op tot 10,5 jaar bij jongens en zelfs 13,4 jaar bij meisjes van 25. Die gezondheidskloof zou het begin moeten zijn van elk debat, hoe noodzakelijk ook, over langer werken en pensioenhervorming. Luister je naar het heersende debat, dan lijkt die kloof zelfs niet te bestaan.