Zware beroepen staan voor zwaarste etappe.
Er is een akkoord over de zware beroepen. Maar nu volgt het moeilijkste werk: een lijst opstellen voor wie vroeger met pensioen mag. De sociale partners zijn aan het woord, met de hete adem van regering en Planbureau in de nek.
1 Wat is nu eigenlijk een zwaar beroep?
De regering heeft nu definitief vier criteria vastgelegd om in aanmerking te komen voor een zwaar beroep: fysieke arbeid, moeilijke uren, veiligheidsrisico's en stress. Wie aan een van die criteria voldoet zal bij een volledige carrière tot maximaal twee jaar vroeger mogen stoppen. Bij twee criteria - bijvoorbeeld iemand die én in shiften werkt én een gevaarlijke job heeft - is dat maximaal vier jaar. Bij drie criteria kan dat oplopen tot zes jaar. Let wel, er is een absolute ondergrens: niemand kan voor zijn zestigste vertrekken. De regering werkte een regeling uit voor de ambtenaren, maar die gaat ook model staan voor de privésector.
Pensioenminister Daniel Bacquelaine werkte zijn voorstel uit in nauw overleg met de vakbonden. Mocht er geraakt worden aan het moment waarop de 'zware beroepers' op pensioen mogen, dan zouden zij het verdere overleg opblazen. Uiteindelijk stemde N-VA ermee in dat Bacquelaine zijn gegeven woord niet zou breken.
Opvallend is ook dat voor het rijdend personeel bij de NMBS (treinbestuurders en -begeleiders) en het leger een overgangsperiode van twintig jaar is voorzien. Zij kunnen momenteel op hun 55 en 56 al met pensioen. Dat gunstregime wordt vanaf 2019 ieder jaar met een half jaar opgetrokken, om hen vervolgens ook in te schrijven in het systeem van de zware beroepen. N-VA en Open Vld tekenden protest aan tegen de ruime overgang, maar ook daar wordt een eis van de vakbonden uiteindelijk gehonoreerd.
2 Kan ik nu al weten of ik een zwaar beroep heb?
Nog niet. Het zijn de sociale partners die nu met de criteria van de regering aan de slag gaan om een definitieve lijst op te stellen. De onderhandeling voor de ambtenaren starten parallel met die in de privésector. Belangrijk daarbij is te weten dat telkens de regering mee aan tafel schuift.
Zowel bij Open Vld als bij N-VA is de vrees groot dat de bonden de lijst ellenlang zouden maken. Zo zou in de praktijk maar weinig mensen effectief langer aan de slag gaan, wat de kosten verder doet oplopen.
De regering maakte de afgelopen dagen en weken tientallen simulaties en berekeningen. Wanneer de bonden al te ruime voorstellen doen, zal het kabinet-Bacquelaine niet aarzelen om die boven te halen en hen te wijzen op de mogelijke budgettaire en andere gevolgen.
Want, en dat is de meest belangrijke ingreep van de regering, wanneer de sociale partners hun lijst klaar hebben, wordt die nog voorgelegd aan het Planbureau. Die zal berekenen wat de kosten zijn voor de schatkist, maar ook of de pensioendoelstellingen van de regering worden gehaald.
Dat betekent een belangrijke stok achter de deur voor de regering bij de onderhandelingen. Het speelveld wordt duidelijk afgelijnd, zonder dat de bonden van de regering geprepareerde teksten krijgen opgesolferd. Zonder onderhandelingsmarge was het hele proces gekelderd.
Omgekeerd moet die finale berekening de N-VA en Open Vld geruststellen. Als de sociale partners met al te gekke plannen komen, kan de regering op dat moment ingrijpen. Tegelijk schuift de regering een harde beslissing over de zware beroepen voor zich uit, waardoor het dossier toch weer vooruit kan.
Ook op andere vlakken krijgen de sociale partners nog enige ruimte. Zo is het nog niet uitgemaakt hoelang iemand een zwaar beroep moet uitoefenen om in aanmerking te komen voor een gunstige pensioenregeling. De regering stelt een vork voor van 5 tot 10 jaar, maar de sociale partners mogen de uiteindelijke periode vastleggen.
En wat met periodes van ziekte? Wat als iemand door zijn job buiten strijd is met een pijnlijke rug. Telt die periode mee als zwaar beroep? Ook daar krijgen de sociale partners het laatste woord. Maar daar geldt evenzeer: als dat extra kosten oplevert, zullen die worden blootgelegd door het Planbureau.
3 Komt die lijst er snel?
Dat is de grote vraag. Iedereen vindt allicht van zichzelf dat zijn beroep best zwaar is, begin dan maar eens een onderscheid te maken. Aartsmoeilijk wordt het. Toch lijkt voor de ambtenaren een akkoord mogelijk. Zij werken voor een stuk verder op de oude voordelige pensioensystemen (de preferentiële tantièmes). Bovendien hebben de vakbonden al een hele weg afgelegd in het overleg met Bacquelaine.
Voor de privé wordt het een stuk moeilijker. Daar moeten de werkgevers mee beslissen. Het eerdere overleg over zware beroepen draaide op niets uit. Gisteren stuurden ze prompt na de regeringsbeslissing een gezamenlijk persbericht uit waarin ze waarschuwden dat de regeling van de zware beroepen de pensioenhervorming niet mag uithollen. De timing is ook krap. Bacquelaine wil tegen de zomer de lijsten helemaal klaar hebben.
<< Homepage